Hoe lang kan de Staat/DNB bitcoin weren uit ons traditionele monetaire stelsel?
De maatschappij evolueert. Bijvoorbeeld door de invoering van internet is de wereld om ons heen totaal veranderd. Waarom zou het monetair stelsel niet kunnen evolueren?
De digitale valuta Bitcoin is sterk in opkomst. Bedrijven die bitcoins als betaalmiddel accepteren schieten als paddestoelen uit de grond. De Nederlandse Staat (Ministerie van Financiën) en De Nederlandse Bank staan evenwel tot op heden huiverig tegenover het fenomeen bitcoin en waarschuwen de burgers vooral tegen de risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van Bitcoin.
Op dit moment wordt Bitcoin nog steeds niet door de Nederlandse Staat/DNB beschouwd als geld en bitcoin is dus nog steeds geen wettig betaalmiddel. Consequentie hiervan is onder meer dat het op dit moment voor handelaren in Bitcoin mogelijk is om een geldwisselkantoor te openen om bitcoins te kunnen aan- en verkopen. Immers daartoe is een bankvergunning vereist en deze wordt op dit moment door DNB geweigerd omdat bitcoin geen wettig betaalmiddel is.
Ook de rechtspraak is op dit moment van oordeel dat bitcoin geen geld is in de zin van afdeling 6.1.11 Burgerlijk Wetboek. Zo was de rechtbank Overijssel in het door haar op 14 mei 2014 gewezen vonnis (gepubliceerd onder ECLI:NL: RBOVE:2014:2667) van oordeel dat bitcoin slechts een ruilmiddel is en geen geld in de zin van afdeling 6.1.11 Burgerlijk Wetboek.
In de casus die aan de rechtbank ter beoordeling werd voorgelegd had een koper minder bitcoins geleverd gekregen door de verkoper dan tussen heb beiden was overeengekomen. Verkoper had dus wanprestatie gepleegd jegens de koper. Koper heeft op grond van deze wanprestatie de koopovereenkomst ontbonden. Bovendien vorderde koper als schade het door deze geleden koersverlies over de niet geleverde doch wel overeengekomen bitcoins. Immers vlak nadat de bitcoins gedeeltelijk door verkoper aan koper waren geleverd schoot de koers van de bitcoin flink omhoog. Koper heeft dus van deze koersstijging niet ten volle kunnen profiteren door het verzuim van verkoper. Deze vordering tot schadevergoeding werd gebaseerd op artikel 6:125 Burgerlijk Wetboek welke wettelijke bepaling grondslag biedt voor de vergoeding van koerswijzigingsschade althans indien bij de levering van bitcoins sprake is van een betaling van een geldsom in Bitcoins.
De rechtbank was evenwel van oordeel nu Bitcoin slechts een ruilmiddel is en geen geld er evenmin sprake is van een verbintenis strekkende tot betaling van een geldsom in de zin van artikel 6:125 Burgerlijk Wetboek, reden waarom de vordering van vergoeding van de door koper gederfde koerswinst werd afgewezen.
Kort en goed, bitcoin is geen gangbaar geld in de zin van artikel 6:125 Burgerlijk Wetboek en dus strandt op grond van dit oordeel de vordering tot schadevergoeding.
Mijns inziens is dit feitelijk oordeel van de rechtbank in hoger beroep niet houdbaar. Immers onder gangbaar geld wordt niet uitsluitend verstaan wettige betaalmiddelen die uitsluitend worden uitgegeven door de Staat maar wordt ook door maatschappelijke opvattingen bepaald wat geld is.
Nu bitcoin op Nederlands grondgebied wordt getolereerd als gangbaar betaalmiddel valt niet in te zien waarom Bitcoin geen gangbaar geld zou kunnen zijn in de zin van artikel 6:125 Burgerlijk Wetboek. Reden waarom de vordering tot vergoeding van gederfde koerswinst dus wel dient te worden toegewezen.
Voorts ben ik op grond van de evolutie-leer van oordeel dat de definitie van (elektronisch) geld in de zin van de Wet Financieel toezicht kan worden opgerekt waardoor bitcoin hieronder kan worden geschaard. Naar schatting zijn er in 2014 maarliefst 11 miljoen Bitcoins alleen al in Nederland in omloop met een geschatte waarde van EUR 50.000.000.000 (zegge: vijftig miljard euro). Gelet op de ontwikkeling van Bitcoin die wereldwijd booming is kan niet langer worden gesteld dat Bitcoin geen wettig betaalmiddel is.
Om een vergelijking te maken met de ontwikkeling van leerstuk van de onrechtmatige daad in Nederland. Totdat de Hoge Raad het arrest Lindebaum-Cohen wees in 1919 kon een onrechtmatige daad op grond van de toentertijd vigereden wettelijke bepaling slechts bestaan uit:
1. In strijd handelen met een wettelijke plicht;
2. Inbreuk maken op een subjectief recht
In de casus Lindebaum-Cohen was er geen sprake van een strijd met een wettelijke plicht en evenmin was er inbreuk gemaakt op een subjectief recht en toch was de stelling dat een onrechtmatige daad ook kon bestaan uit hetgeen naar regels van ongeschreven recht als maatschappelijk onbetamelijk was. De Hoge Raad accoordeerde deze stelling en vervolgens heeft de Nederlandse wetgever artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek gewijzigd naar aanleiding van deze uitspraak van de Hoge Raad door in deze wettelijke bepaling naast de twee reeds bestaande vereisten als derde vereiste voor een onrechtmatige daad toe te voegen; hetgeen volgens de regels van ongeschreven recht als maatschappelijk onbetamelijk wordt ervaren, kort gezegd de maatschappelijke zorgvuldigheidstoets.
Niet valt in te zien waarom in het huidige digitale tijdperk de monetaire wetgeving op het punt van bitcoin niet kan worden aangepast door deze als volwaardig wettig betaalmiddel te accepteren.
In dit verband zij ook verwezen naar onze belangrijkste handelspartner, Duitsland, die Bitcoin als wettig betaalmiddel beschouwt en een land als Zweden waar Bitcoin ook een wettig betaalmiddel is en waar ondernemers onder bepaalde voorwaarden licenties kunnen verkrijgen om te mogen handelen in bitcoin.
Bitcoin is bovendien het snelste, goedkoopste en veiligste betaalmiddel ter wereld.
Bezwaren over bitcoin dat deze virtuele valuta vooral wordt gebruikt om geld wit te wassen en dat indien een netwerk waarop bitcoin wordt verhandeld wordt gehackt de bitcoinbezitters hun geld kwijt zijn kunnen worden gepareerd. Slechts 5% van alle bitcointransacties hebben met witwassen van geld te maken. Dit percentage ligt bij chartaal (contant) geld aanzienlijk hoger en toch ik contant geld al sinds mensenheugenis een wettig betaalmiddel.
Middels de invoering van een garantiefonds kunnen slachtoffers van hacking worden gecompenseerd. Zo veilig is het traditionele bankwezen ook weer niet zo heeft de kredietcrisis ons geleerd. Zo zijn talloze rekeninghouders bij DSB in financieel behoorlijk gedupeerd doordat zij niet volledige compensatie hebben ontvangen van DNB.
Volatiliteit van de bitcoin zal ook afnemen zodra deze is gelegaliseerd. Vooral omdat de bitcoin door de Staat nog steeds in het grijze circuit wordt gehouden zijn de koersschommelingen fors.
Toezicht kan worden uitgeoefend over bitcoin door de Staat indien alle gebruikers van bitcoin worden geregistreerd en deze dus uit de anonimiteit treden.
Degenen die in Bitcoin willen handelen (traden) moeten voldoen aan de anti-witwaswetgeving.
Indien aan al deze voorwaarden wordt voldaan door de aanvrager van een bankvergunning zie ik geen valide juridische redenen om een aanvrager een bankvergunning wordt onthouden althans indien en voor zover de aanvrager ook aan de andere door de DNB te stellen voorwaarden kan voldoen.
Mijn conclusie is dan ook dat gelet op de booming ontwikkeling van de bitcoin niet alleen wereldwijd doch ook in Nederland het niet heel lang meer kan duren totdat bitcoin als wettig betaalmiddel wordt geaccepteerd ook al wordt deze niet zoals traditioneel te doen gebruikelijk uitgegeven door de Staat. De implementatie van de bitcoin zal gepaard gaan met de inbouw van zekerheden ten behoeve van de gebruikers van bitcoin teneinde ze zoveel mogelijk te beschermen.
Bent u bitcoin-fan en bent u de demonisering van bitcoin door de Nederlandse Staat zat neemt u dan gerust contact op met KLC zodat er overwogen kan worden een class-action tegen de Staat in te stellen om de bitcoin gelegaliseerd te krijgen.
De maatschappij evolueert. Bijvoorbeeld door de invoering van internet is de wereld om ons heen totaal veranderd. Waarom zou het monetair stelsel niet kunnen evolueren?
De digitale valuta Bitcoin is sterk in opkomst. Bedrijven die bitcoins als betaalmiddel accepteren schieten als paddestoelen uit de grond. De Nederlandse Staat (Ministerie van Financiën) en De Nederlandse Bank staan evenwel tot op heden huiverig tegenover het fenomeen bitcoin en waarschuwen de burgers vooral tegen de risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van Bitcoin.
Op dit moment wordt Bitcoin nog steeds niet door de Nederlandse Staat/DNB beschouwd als geld en bitcoin is dus nog steeds geen wettig betaalmiddel. Consequentie hiervan is onder meer dat het op dit moment voor handelaren in Bitcoin mogelijk is om een geldwisselkantoor te openen om bitcoins te kunnen aan- en verkopen. Immers daartoe is een bankvergunning vereist en deze wordt op dit moment door DNB geweigerd omdat bitcoin geen wettig betaalmiddel is.
Ook de rechtspraak is op dit moment van oordeel dat bitcoin geen geld is in de zin van afdeling 6.1.11 Burgerlijk Wetboek. Zo was de rechtbank Overijssel in het door haar op 14 mei 2014 gewezen vonnis (gepubliceerd onder ECLI:NL: RBOVE:2014:2667) van oordeel dat bitcoin slechts een ruilmiddel is en geen geld in de zin van afdeling 6.1.11 Burgerlijk Wetboek.
In de casus die aan de rechtbank ter beoordeling werd voorgelegd had een koper minder bitcoins geleverd gekregen door de verkoper dan tussen heb beiden was overeengekomen. Verkoper had dus wanprestatie gepleegd jegens de koper. Koper heeft op grond van deze wanprestatie de koopovereenkomst ontbonden. Bovendien vorderde koper als schade het door deze geleden koersverlies over de niet geleverde doch wel overeengekomen bitcoins. Immers vlak nadat de bitcoins gedeeltelijk door verkoper aan koper waren geleverd schoot de koers van de bitcoin flink omhoog. Koper heeft dus van deze koersstijging niet ten volle kunnen profiteren door het verzuim van verkoper. Deze vordering tot schadevergoeding werd gebaseerd op artikel 6:125 Burgerlijk Wetboek welke wettelijke bepaling grondslag biedt voor de vergoeding van koerswijzigingsschade althans indien bij de levering van bitcoins sprake is van een betaling van een geldsom in Bitcoins.
De rechtbank was evenwel van oordeel nu Bitcoin slechts een ruilmiddel is en geen geld er evenmin sprake is van een verbintenis strekkende tot betaling van een geldsom in de zin van artikel 6:125 Burgerlijk Wetboek, reden waarom de vordering van vergoeding van de door koper gederfde koerswinst werd afgewezen.
Kort en goed, bitcoin is geen gangbaar geld in de zin van artikel 6:125 Burgerlijk Wetboek en dus strandt op grond van dit oordeel de vordering tot schadevergoeding.
Mijns inziens is dit feitelijk oordeel van de rechtbank in hoger beroep niet houdbaar. Immers onder gangbaar geld wordt niet uitsluitend verstaan wettige betaalmiddelen die uitsluitend worden uitgegeven door de Staat maar wordt ook door maatschappelijke opvattingen bepaald wat geld is.
Nu bitcoin op Nederlands grondgebied wordt getolereerd als gangbaar betaalmiddel valt niet in te zien waarom Bitcoin geen gangbaar geld zou kunnen zijn in de zin van artikel 6:125 Burgerlijk Wetboek. Reden waarom de vordering tot vergoeding van gederfde koerswinst dus wel dient te worden toegewezen.
Voorts ben ik op grond van de evolutie-leer van oordeel dat de definitie van (elektronisch) geld in de zin van de Wet Financieel toezicht kan worden opgerekt waardoor bitcoin hieronder kan worden geschaard. Naar schatting zijn er in 2014 maarliefst 11 miljoen Bitcoins alleen al in Nederland in omloop met een geschatte waarde van EUR 50.000.000.000 (zegge: vijftig miljard euro). Gelet op de ontwikkeling van Bitcoin die wereldwijd booming is kan niet langer worden gesteld dat Bitcoin geen wettig betaalmiddel is.
Om een vergelijking te maken met de ontwikkeling van leerstuk van de onrechtmatige daad in Nederland. Totdat de Hoge Raad het arrest Lindebaum-Cohen wees in 1919 kon een onrechtmatige daad op grond van de toentertijd vigereden wettelijke bepaling slechts bestaan uit:
1. In strijd handelen met een wettelijke plicht;
2. Inbreuk maken op een subjectief recht
In de casus Lindebaum-Cohen was er geen sprake van een strijd met een wettelijke plicht en evenmin was er inbreuk gemaakt op een subjectief recht en toch was de stelling dat een onrechtmatige daad ook kon bestaan uit hetgeen naar regels van ongeschreven recht als maatschappelijk onbetamelijk was. De Hoge Raad accoordeerde deze stelling en vervolgens heeft de Nederlandse wetgever artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek gewijzigd naar aanleiding van deze uitspraak van de Hoge Raad door in deze wettelijke bepaling naast de twee reeds bestaande vereisten als derde vereiste voor een onrechtmatige daad toe te voegen; hetgeen volgens de regels van ongeschreven recht als maatschappelijk onbetamelijk wordt ervaren, kort gezegd de maatschappelijke zorgvuldigheidstoets.
Niet valt in te zien waarom in het huidige digitale tijdperk de monetaire wetgeving op het punt van bitcoin niet kan worden aangepast door deze als volwaardig wettig betaalmiddel te accepteren.
In dit verband zij ook verwezen naar onze belangrijkste handelspartner, Duitsland, die Bitcoin als wettig betaalmiddel beschouwt en een land als Zweden waar Bitcoin ook een wettig betaalmiddel is en waar ondernemers onder bepaalde voorwaarden licenties kunnen verkrijgen om te mogen handelen in bitcoin.
Bitcoin is bovendien het snelste, goedkoopste en veiligste betaalmiddel ter wereld.
Bezwaren over bitcoin dat deze virtuele valuta vooral wordt gebruikt om geld wit te wassen en dat indien een netwerk waarop bitcoin wordt verhandeld wordt gehackt de bitcoinbezitters hun geld kwijt zijn kunnen worden gepareerd. Slechts 5% van alle bitcointransacties hebben met witwassen van geld te maken. Dit percentage ligt bij chartaal (contant) geld aanzienlijk hoger en toch ik contant geld al sinds mensenheugenis een wettig betaalmiddel.
Middels de invoering van een garantiefonds kunnen slachtoffers van hacking worden gecompenseerd. Zo veilig is het traditionele bankwezen ook weer niet zo heeft de kredietcrisis ons geleerd. Zo zijn talloze rekeninghouders bij DSB in financieel behoorlijk gedupeerd doordat zij niet volledige compensatie hebben ontvangen van DNB.
Volatiliteit van de bitcoin zal ook afnemen zodra deze is gelegaliseerd. Vooral omdat de bitcoin door de Staat nog steeds in het grijze circuit wordt gehouden zijn de koersschommelingen fors.
Toezicht kan worden uitgeoefend over bitcoin door de Staat indien alle gebruikers van bitcoin worden geregistreerd en deze dus uit de anonimiteit treden.
Degenen die in Bitcoin willen handelen (traden) moeten voldoen aan de anti-witwaswetgeving.
Indien aan al deze voorwaarden wordt voldaan door de aanvrager van een bankvergunning zie ik geen valide juridische redenen om een aanvrager een bankvergunning wordt onthouden althans indien en voor zover de aanvrager ook aan de andere door de DNB te stellen voorwaarden kan voldoen.
Mijn conclusie is dan ook dat gelet op de booming ontwikkeling van de bitcoin niet alleen wereldwijd doch ook in Nederland het niet heel lang meer kan duren totdat bitcoin als wettig betaalmiddel wordt geaccepteerd ook al wordt deze niet zoals traditioneel te doen gebruikelijk uitgegeven door de Staat. De implementatie van de bitcoin zal gepaard gaan met de inbouw van zekerheden ten behoeve van de gebruikers van bitcoin teneinde ze zoveel mogelijk te beschermen.
Bent u bitcoin-fan en bent u de demonisering van bitcoin door de Nederlandse Staat zat neemt u dan gerust contact op met KLC zodat er overwogen kan worden een class-action tegen de Staat in te stellen om de bitcoin gelegaliseerd te krijgen.