Casus:
Potentiële uitbater van een voetbalkantine maakt een begroting van de door hem te genereren inkomsten/omzet met de exploitatie van de voetbalkantine. Vervolgens treedt deze man met het bestuur van de voetbalvereniging in onderhandeling over de hoogte van de maandelijkse huursom welke hij aan het bestuur dient te voldoen.
Bestuur spiegelt de man de ambities van de voetbalvereniging voor waarbij hem wordt medegedeeld dat de zondagselectie het vlaggenschip van de vereniging is en dat het de bedoeling is dat de vereniging met deze kwalitatief goede selectie zal doorstoten naar de tweede klasse KNVB.
De man denkt dat deze ambitie zich zal vertalen in verhoogde toeschouwersaantallen en dus ook hogere omzet op zondag.
Uiteindelijk bereiken partijen op basis van de over en weer uitgesproken verwachtingen en ambities overeenstemming over een huurprijs.
De uitbater vangt de exploitatie aan van de voetbalkantine en dit verloopt jarenlang naar wederzijdse tevredenheid totdat het bestuur van de zondagvereniging out of the blue besluit om de gehele zondagcompetitie te schrappen.
Vanaf dat het daarop volgende seizoen loopt de omzet van de uitbater met ruim een derde deel terug doch het bestuur blijft maandelijks aan de uitbater de volledige huurprijs doorbelasten.
De uitbater vindt dit niet redelijk. Het geschil verkeert in een impasse want het bestuur wil geen water bij de wijn doen en de uitbater evenmin. Reden waarom de uitbater een verlaging van de huurprijs wil afdwingen middels tussenkomst van de kantonrechter.
Nadat namens de uitbater de voetbalvereniging is gedagvaard en deze hierop een verweer heeft ingediend vindt er een zitting plaats bij de kantonrechter.
Vol goede moed gaat de uitbater naar de zitting maar hij is al snel een illusie armer. Immers de kantonrechter is van oordeel dat het op de weg van de uitbater ligt om de teruglopende inkomsten vanwege de schrapping van de zondagcompetitie te compenseren door andere activiteiten in de voetbalkantine te organiseren.
Moraal van het verhaal, er is een groot verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen en dit is weer een schrijnend voorbeeld hoezeer het rechtvaardigheidsgevoel van in dit geval de uitbater kan verschillen van het oordeel van een kantonrechter met een zwaar gefrustreerde uitbater tot gevolg.
Potentiële uitbater van een voetbalkantine maakt een begroting van de door hem te genereren inkomsten/omzet met de exploitatie van de voetbalkantine. Vervolgens treedt deze man met het bestuur van de voetbalvereniging in onderhandeling over de hoogte van de maandelijkse huursom welke hij aan het bestuur dient te voldoen.
Bestuur spiegelt de man de ambities van de voetbalvereniging voor waarbij hem wordt medegedeeld dat de zondagselectie het vlaggenschip van de vereniging is en dat het de bedoeling is dat de vereniging met deze kwalitatief goede selectie zal doorstoten naar de tweede klasse KNVB.
De man denkt dat deze ambitie zich zal vertalen in verhoogde toeschouwersaantallen en dus ook hogere omzet op zondag.
Uiteindelijk bereiken partijen op basis van de over en weer uitgesproken verwachtingen en ambities overeenstemming over een huurprijs.
De uitbater vangt de exploitatie aan van de voetbalkantine en dit verloopt jarenlang naar wederzijdse tevredenheid totdat het bestuur van de zondagvereniging out of the blue besluit om de gehele zondagcompetitie te schrappen.
Vanaf dat het daarop volgende seizoen loopt de omzet van de uitbater met ruim een derde deel terug doch het bestuur blijft maandelijks aan de uitbater de volledige huurprijs doorbelasten.
De uitbater vindt dit niet redelijk. Het geschil verkeert in een impasse want het bestuur wil geen water bij de wijn doen en de uitbater evenmin. Reden waarom de uitbater een verlaging van de huurprijs wil afdwingen middels tussenkomst van de kantonrechter.
Nadat namens de uitbater de voetbalvereniging is gedagvaard en deze hierop een verweer heeft ingediend vindt er een zitting plaats bij de kantonrechter.
Vol goede moed gaat de uitbater naar de zitting maar hij is al snel een illusie armer. Immers de kantonrechter is van oordeel dat het op de weg van de uitbater ligt om de teruglopende inkomsten vanwege de schrapping van de zondagcompetitie te compenseren door andere activiteiten in de voetbalkantine te organiseren.
Moraal van het verhaal, er is een groot verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen en dit is weer een schrijnend voorbeeld hoezeer het rechtvaardigheidsgevoel van in dit geval de uitbater kan verschillen van het oordeel van een kantonrechter met een zwaar gefrustreerde uitbater tot gevolg.